Werkvormen voor Doel en visie: A. “Wie had er ooit kunnen denken dat het ons zou lukken?”
(Hiermee kun je ‘uit de groef’ komen en snel een gezamenlijk beeld schetsen van de toekomst en de stappen daar
naar toe)
Stelt je voor dat het vijf jaar later is. Jullie zijn dus al een tijd met elkaar aan het werk vanuit jullie
doel en visie. Beeld je in dat je tijdens jullie jaarlijkse etentje een toost uitbrengt. Je proost met de zin:
“Wie had er vijf jaar geleden kunnen denken dat het ons zou lukken om…”. Iedereen maakt die zin af. Op
die manier ontdek je hoe iedereen het voor zich ziet als gelukt is waar jullie voor zijn. Vervolgens ga je
nieuwsgierig doorvragen: wat heb je gedaan om dat te bereiken? De kunst is om te blijven doen alsof het vijf
jaar in de toekomst is. Het is dus al gelukt! “Vertel, wat deed je om dat voor elkaar te krijgen?” Het werkt
het beste om dan in de verleden tijd antwoord te blijven geven. “Nou, dat was best ingewikkeld, want ik moest
eerst een stevig gesprek voeren met het college over de samenwerking.” Dwing jezelf om je echt voor te stellen
dat het al gelukt is en dat je terugkijkt op de manier waarop je dat deed. Je zult ontdekken dat je daardoor
veel beter weet wat jullie eerste stappen moeten zijn om die ambitie ook waar te maken.
Werkvormen voor Doel en visie: B. ’Paradoxale vragen’
(Rekenkamers zitten vaak in paradoxale situaties. Ze willen bijvoorbeeld zowel onafhankelijk als verbonden zijn. Deze
werkvormen helpt je om bij het ontwikkelen van je visie zulke paradoxale vragen te verkennen en te zien dat je niet moet
kiezen, maar er mee moet ‘dealen’. En je maakt een beginnetje van de manier waarop dat zou kunnen).
- Je legt uit wat een paradoxale vraag is aan de hele groep: ‘Welke tegengestelde-maar-complementaire dingen moeten we
tegelijk doen om succesvol te zijn als rekenkamer?’
- Eerst alleen en dan in kleinere groepjes maak je een aantal paradoxen voor jullie rekenkamer aan de hand van de vraag:
‘Hoe kunnen we … en … tegelijkertijd zijn?’
- Vervolgens kies je de paradox met de meeste impact en praat je erover door hoe dat je werkwijze bepaalt en hoe je kunt
omgaan met de ‘tegelijkertijd’.