hoofdstuk 9 / 9

9. Kennismaken met de raad

Kennismaken

Doel

Elkaar professioneel en persoonlijk beter leren kennen.

Wat

Drie werkvormen met kennismakingsvragen.

Groepsgrootte

Maximaal 20 deelnemers 1

Duur

Circa 20 minuten.

Hoe

Deelnemers vertellen iets over zichzelf. Je kunt de vragen aanpassen. Er zijn drie opties: A is het eenvoudigst, B is iets intensiever en C vergt relatief de meeste tijd en inzet.

Kennismaken

Optie A: Een simpel rondje met drie vragen

(voor groepen tot 20 personen)

Deel de volgende vragen op een sheet of flipover:

Vertel…

  1. …iets over jezelf (ja, echt iets over joú)
  2. …waar je blij van wordt
  3. …iets waar de anderen wat aan hebben

De procesbegeleider beantwoordt ze eerst kort (om het goede voorbeeld te geven). Daarna ‘popcorn-style’: wie daarna wil popt op en neemt het woord als het een goed moment is.

Download dit werkblad (docx - 117KB)

Optie B: Duo-interviews

(voor groepen tot circa 15 personen)

Verdeel de deelnemers in tweetallen, die elkaar vier minuten per persoon interviewen.

Deel de volgende vragen op een sheet of flipover:

  1. hoe heet je?
  2. ben je raadslid of rekenkamerlid?
  3. wat doe je daarnaast in het dagelijks leven?
  4. waarom zit jij in de raad/rekenkamer?
  5. wat brengt dat jou?
  6. wat breng jij in?

Geef na 4 minuten aan dat de ander nu vragen mag stellen. Na 8 minuten stelt iedere deelnemer zijn partner voor aan de groep door de belangrijkste oogst van het mini-interview te delen.

Download dit werkblad (docx - 17KB)

Optie C: Echt niet!

(voor groepen tot circa 15 personen)

Deel de volgende vragen op een sheet of flipover:

  1. mijn naam
  2. raadslid of rekenkamerlid
  3. in het dagelijks leven doe ik
  4. mijn hobby
  5. fijnste plek in huis
  6. kan echt niet
  7. ik zit in de raad/rekenkamer om…
  • Elke deelnemer beantwoordt de vragen voor zichzelf in circa 3 minuten, maar liegt bij 1 van de vragen onder de streep. Je kunt de antwoorden in steekwoorden laten geven, of in de vorm van een tekening (dan dikke stiften geven en vijf A4’tjes).
  • De begeleider gaat eerst en licht zijn/haar antwoorden/tekeningetjes (kort!) toe.
  • Daarna ‘popcorn-style’: wie wil popt daarna op en licht kort zijn/haar antwoorden of tekeningetjes toe.
  • Steeds raden de deelnemers welk antwoord niet waar is. De persoon onthult daarna de leugen en geeft het ware antwoord.

Download dit werkblad (docx - 17KBb)

Voorstellen

1. Basispresentatie

Doel: informeren wat de rekenkamer is, mag en doet

Wat: PowerPointpresentatie

2. Kennismaken

Doel: elkaar professioneel en persoonlijk beter leren kennen

Wat: drie werkvormen met kennismakingsvragen

3. Kennisquiz

Doel: luchtige test met weetjes over rekenkamer en raad

Wat: quiz

Verdiepen

4. Discussie

Doel: bespreken hoe de rekenkamer kan gaan werken en hoe raad en rekenkamer daarvoor willen samenwerken

Wat: vragen en stellingen

5. Brainstorm

Doel: bedenken van mogelijke onderzoeksonderwerpen of -vormen

Wat: drie brainstormvormen

6. Oefening

Doel: werken aan manieren om de rekenkamer succesvol te maken

Wat: drie oefeningen

Voetnoten

  1. Bij grotere groepen kun je een voorstelrondje beter beperken tot: je naam, ben je lid van de raad of de rekenkamer en wat is je dagelijks bezigheid.